De laatste weken lezen we voortdurend over het feit dat de VRT meer tussentaal zal toestaan. Moord en brand wordt geschreeuwd, want zo gaat de standaardtaal teloor!

Nonsens!

Ik weet niet hoe het bij jou is, maar hier in het midden van het land voer ik met heel veel mensen gesprekken, zowel formele op zakelijk vlak als informele op sociaal vlak.

Wel, in heel veel gevallen verlopen die gesprekken in de standaardtaal. Er valt wel eens een licht accent te bespeuren en er wordt al eens een lokaal woord gebruikt, maar het is toch wel standaardtaal. Zelfs een Nederlander zou ons goed begrijpen. 😏

Toegegeven, er zijn natuurlijk ook informele gesprekken die in tussentaal of zelfs dialect worden gevoerd, maar dat hangt af van de situatie en dus het register.

Mogelijk is de situatie enigszins anders in West-Vlaanderen en het Antwerpse, de regio’s die het minst in standaardtaal onderlegd zijn, maar zelfs met mensen uit die streken slagen die er met wat goede wil en inspanning in om gesprekken in behoorlijke standaardtaal te voeren.

Alles hangt er uiteraard vanaf hoe eng je de term standaardtaal hanteert. De moord- en brandschreeuwers die een heel enge interpretatie hanteren, zullen in het buitenland even weinig Franse, Duitse of Engelse standaardtaal (of welke andere taal ook) aantreffen als Standaardnederlands in Vlaanderen en Nederland, maar daar hebben ze geen oog voor. Elke nuancering en objectiviteit ontbreekt.

En voor de zoveelste keer: het gebruik van de ge-vorm is standaardtaal. ‘Ge’ is een perfect aanvaard persoonlijk voornaamwoord in de Algemene Nederlandse Spraakkunst. En het is niet omdat de Nederlanders dat woord enkel voor goden gebruikt, dan het gebruik ervan in Vlaanderen plots tussentaal zou zijn.

Kortom, wie er oog voor heeft en wil voor hebben, vindt nog heel veel standaardtaal terug, als je erin slaagt naast de typische en niet-representatieve voorbeelden van taalverloederende BV’s en BN’ers te kijken.

Wie durft dat?