Navajo, de moeilijkste taal ter wereld

Vele taalkundigen zijn van mening dat niet Mandarijn, Baskisch, Hongaars of het Zuid-Afrikaanse Xhosa de moeilijkste taal ter wereld is, wel het Navajo.

De Navajo leven vooral in de Amerikaanse staten Arizona en New Mexico, en vormen een van de grootste indianengroepen in de Verenigde Staten. Ze tellen bijna 400.000 stamleden en zijn oorspronkelijk afkomstig uit het noordwesten van Canada. In de jaren 1860 werden ze gedwongen om te verhuizen naar het zuiden. Navajo-gezinnen leven traditioneel in cirkelvormige huizen van klei en hout, hogans genoemd, maken ceremoniële schilderijen uit zand en hebben een feest van vier dagen (kinaalda) om te vieren dat jonge meisjes volwassen vrouwen worden.

Het belangrijkste aspect van de cultuur van de Navajo is uiteraard hun taal. Navajo wordt ook Diné Bizaad (‘taal van het volk’) genoemd en lijkt op Apache, waarvan het zich tussen 1300 en 1525 van afsplitste. Zowel Navajo als Apache horen tot de Athabaskische taalfamilie, die ook wordt gesproken door stammen in Yukon, Alaska en Brits Columbia. Net als andere indianentalen bedreigen globalisatie en discriminatie de overlevering van het Navajo. In 2017 werd het aantal mensen dat de taal vlot spraken op 170.000 geschat, minder dan de helft van het aantal leden van de stam.

Navajo leren is niet eenvoudig. In vergelijking tot andere ingewikkelde maar meer verspreide talen, zoals Koreaans en Arabisch, zijn er maar weinig bronnen beschikbaar voor niet-sprekers. Om Navajo goed te beheersen, moet je ook vertrouwd zijn met de gewoonten van de Navajo, iets waar zelfs enkele inheemse mensen nog nauwelijks toegang toe hebben.

Maar het moeilijkste aspect bij het leren van Navajo is toch de taal zelf. Taalkundigen Robert W. Young en William Morgan noemden die “een hopeloos doolhof onregelmatigheden” door haar unieke grammatica, syntax en tonale uitspraak. Die zijn zo onontcijferbaar voor buitenstaanders dat de Amerikaanse marine tijdens de Tweede Wereldoorlog van Navajo gebruikmaakte als een soort militaire code.

Navajo leren

Zelfs luisteren naar Navajo kan intimiderend zijn. Navajo is net als andere talen in de Athabaskische taalfamilie tonaal. Dat betekent dat woorden die identiek geschreven zijn, verschillende betekenissen kunnen hebben afhankelijk van hoe ze worden uitgesproken. Navajo maakt niet alleen een onderscheid tussen korte en lange klinkers (bita’ betekent ‘in het midden van’, terwijl bitaa’ ‘[zijn] vader’ betekent), maar ook tussen toonhoogtes. Daarvan zijn er vier: hoog (bv. áá), laag (aa), stijgend (áa) en dalend (aá). Athabaskisch is de enige Amerikaanse indianentaalfamilie die zo veel gebruikmaakt van tonen.

Navajo heeft ook een ingewikkelde fenologie, met klanken die in de meeste andere talen niet bestaan. De taal telt 33 medeklinkers, inclusief affricaten en fricatieven, en 12 klinkers. (Het Nederlands telt er respectievelijk 21 en 5.) Een van de moeilijker klinkers is ę, een midden vooraan uitgesproken korte neusklinker, en ǫ́ǫ́, een midden achteraan uitgesproken lange neusklinker. Naast de gebruikelijke medeklinkers als m en n, gebruikt Navajo de ł, die je uitspreekt door de punt van de tong tegen het gehemelte te houden en dan langs beide zijden uit te ademen, en de zh of ʒ, waarbij je de punt van de tong dicht bij het gehemelte houdt en langs het midden uitademt.

“Het is moeilijk om mijn tong aan te leren de verschillende klinkergeluiden te vormen”, zegt een inheemse student aan de universiteit van Arizona, een van de weinig scholen in het land dat Navajo onderwijst. “Je moet met anderen spreken om te weten of je het juist uitspreekt.”

Dan is er de grammatica. Navajo is een werkwoordgerichte taal waarbij de syntax draait om acties. Op zich staande werkwoorden kunnen evenveel informatie overbrengen als volledige zinnen in het Nederlands. Wie Navajo wil spreken, moet verzot zijn op vervoegingen. Navajo telt meer dan zeven verschillende tijden (Nederlands maar vijf), 12 aspecten (wij vier) en 10 subaspecten, die allemaal samen een gigantische hoeveelheid mogelijke vormen opleveren. Zoals de taal lerende YouTuber xiaomanyc het in een van zijn video’s uitlegt: de werkwoorden veranderen in het Navajo afhankelijk van hoe een bepaalde actie wordt uitgevoerd. Zo betekent násh’ááh iets eenmalig doen, terwijl yish’ááh staat voor iets herhaaldelijk doen. Als een bepaalde actie een voorwerp behelst, dan wijzigt het overeenstemmende werkwoord ook afhankelijk van de aard van dat voorwerp. Zo verandert het werkwoord ‘geven’ afhankelijk van of je een klein voorwerp, een lang en soepel voorwerp, een lang en hard voorwerp, een vlak voorwerp of een doos geeft. Als je iemand om een glas water vraagt, dan moet je eerst nagaan of het glas leeg, vol of halfvol is.

Ten slotte is er het concept ‘bezieldheid’. Dat concept komt in verschillende talen ter wereld voor en is een semantische functie die het bewustzijn van naamwoorden uitdrukt. In het Navajo kunnen naamwoorden worden gerangschikt van levend tot niet-levend, gaande van zogezegde sprekers (mensen) over callers (planten, dieren) tot voorwerpen en ten slotte abstracte zaken. De bezieldheid bepaalt niet alleen de spelling maar ook de plaats van het naamwoord in de zin, waarbij levende naamwoorden vóór niet-levende naamwoorden komen en bezielde vóór niet-bezielde.

Een uitstervende taal

Al tientallen jaren zijn wetenschappers er zich van bewust dat het Navajo uitsterft. “Hoewel het Navajo de grootste indianentaal in Noord-Amerika is”, zegt antropoloog Bernard Spolsky in een onderzoek uit 2002 dat onderzoekers de taal “ernstig in gevaar” noemen, “een grote Amerikaanse tragedie die mensen niet willen weten of bespreken”. In 1970 schreef Spolsky dat 90% van de Navajo-kinderen in internaten vloeiend Navajo maar geen Engels spraken. “Tegen 1990 was de situatie nagenoeg omgekeerd, waarbij zesjarigen vermoedelijk nauwelijks kennis hadden van de taal van hun volk.”

Er zijn in het algemeen drie redenen voor de achteruitgang van het Navajo: historische, economische en socioculturele. Historisch dwongen Amerikaanse scholen en godsdienstige instellingen de indianenstudenten om zich aan de westerse cultuur aan te passen ten koste van hun eigen cultuur. Economisch gesproken biedt de kennis van het Engels meer mogelijkheden in een Engelssprekende wereld, waarin het nut van het Navajo blijft afnemen.

Ten slotte is er de socioculturele component. Ondanks groeiende inspanningen om het Navajo te promoten in scholen en via nationale programma’s, nemen jongere generaties bewust de beslissing om hun moedertaal niet langer te spreken. Sommigen namen die beslissing omdat ze werden geplaagd en hopen dat het verbergen van hun indianenidentiteit de discriminatie die ze in het dagelijkse leven ervaren zal doen afnemen. Anderen zijn niet beschaamd voor hun cultuur maar associëren de Engelse taal met werk. Ten slotte zijn er die vinden dat Navajo verouderd is en daarom liever Engels spreken.

De Navajotaal redden is gemakkelijker gezegd dan gedaan, want dit vereist niet alleen de invoering van tweetalig onderwijs, maar ook een wijziging van hoe indianenkinderen zichzelf zien tegenover hun westerse klasgenoten en omgekeerd. Gelukkig zien we beide zaken gebeuren. Beperkte educatieve programma’s maken het Navajo toegankelijk voor wie de taal wil leren. Op nationaal niveau verandert het politieke klimaat langzaam maar zeker en is er nu sprake van een brede interesse in en waardering voor de indianencultuur. Het meest hoopvolle nieuws is dat hoewel het aantal sprekers van Navajo daalt, het aantal stamleden stijgt, van 300.000 in 2020 tot meer dan 390.000 in 2021. Misschien is de Navajo-taal de volgende in de rij.

Voorbeeld van een tekst in Navajo

(bron: bigthink.com)

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.