Het redden van de oudste talen van Zuid-Afrika

Taal en identiteit zijn onontkoombaar met elkaar verbonden. Wat gebeurt er dan wanneer een taal verdwijnt of wordt onderdrukt?

Toen Katrina Esau praatte met haar oudere zus, Griet Seekoei, sprak ze in N|uu. Dat is een taal die alleen zij en haar zus – én hun broer, Simon Sauls – begrepen. “Griet was een prachtig mens”, herinnert Esau zich. “Streng, maar prachtig.”

Ouma Griet, zoals iedereen haar kende, stierf in mei op een leeftijd van 87 jaar. Nu zijn er nog twee mensen die N|uu spreken. “Het maakt me heel triest. Geen enkele taal is belangrijker dan een andere taal”, zegt Esau in haar huis in Upington in de Noordelijke Kaapprovincie van Zuid-Afrika.

!Honkia. Gla kye !aba? (N|uu voor Hallo. Hoe gaat het?)

De achteruitgang van N|uu werd al in 1652 ingezet toen de eerste Europeanen per schip op Kaap de Goede Hoop aankwamen. Ze spraken alleen Nederlands en deden weinig moeite om zich te mengen met de bloeiende, complexe Khoikhoi– en San-gemeenschappen die er al leefden. Het was daarentegen de lokale bevolking – die diverse talen sprak, zoals N|uu en Khoekhoegowab – die het initiatief tot communicatie namen.

Autshumato, het hoofd van de Goringhaicona, leerde Nederlands en werkte als tolk tussen de blanke en autochtone gemeenschap; zijn nicht, Krotoa, werd de persoonlijke tolk van Jan van Riebeeck. Samen vormden ze de basis voor een nieuwe taal, het Afrikaans, gebaseerd op het Nederlands maar waarbij heel wat autochtone woorden en grammatica werd ontleend.

Na enkele eeuwen werd deze taal – samen met het Engels, een andere ingevoerde taal – een verdrukkingsmiddel tegenover de Zuid-Afrikaanse Khoikhoi- en San-gemeenschappen. Inheemse talen werden gemarginaliseerd, hun sprekers werden gediscrimineerd, terwijl Afrikaans werd opgelegd als de taal van onderwijs, bestuur en werk.

Esau vertelde eerder over haar jeugd op een boerderij van blanken in de Noordelijke Kaap. Hoewel N|uu de taal was die ze thuis met haar ouders sprak, dreigde de boer ermee hen neer te schieten als ze de taal in het openbaar zouden spreken. De taal verdween dan ook langzaam uit het dagelijkse leven van Esau. Het Afrikaans domineerde.

Toen het blanke bewind in Zuid-Afrika in 1994 ten einde kwam, veranderde er niet veel. Het nieuwe Zuid-Afrika erkent 11 officiële talen, maar N|uu zit daar niet bij. Khoekhoegowab, dat wel bedreigd is maar nog veel meer wordt gesproken, evenmin. Er niet bij zijn doet pijn, zegt Esau.

Esau leidt een kleine school in haar huis in Upington om N|uu aan jongere generaties aan te leren. Door haar inspanningen om de taal levend te houden kreeg ze van voormalig president Jacob Zuma in 2014 de Orde van de Baobab . “We zullen kennis verliezen als de taal uitsterft. Daarom leer ik N|uu aan kinderen in de buurt.”

Kakapusa (Khoekhoegowab voor ‘uitwissing’)

N|uu is nog geen dode taal en de jongere generatie is niet van plan om de taal zonder slag of stoot te laten uitsterven. Claudia du Plessis is de kleindochter van Esau. Ze leert de taal spreken. “Ik hoorde ze niet in mijn jeugd. De blanken verboden mijn grootmoeder N|uu te spreken omdat het een ‘lelijke taal’ was.”

“Mijn grootmoeder spreekt de taal met mij en ik lees er boeken over. Ik kan de taal goed schrijven, maar de taal is heel moeilijk om te spreken. Maar wanneer je het goed hebt, dan is het ook echt goed.”

Samen met Deidre Jantjies en Nadine Cloete, maakt Du Plessis een film over de gewoonten van de N|uu-sprekende gemeenschap met betrekking tot menstruatie. Ze toont dat de taboes die vandaag rond het vrouwelijk lichaam bestaan nooit deel uitmaakten van de inheemse cultuur. Dit is een voorbeeld van kennis die samen met de taal kan verdwijnen.

Katrina Esau geeft advies voor de film om er zeker van te zijn dat de acteurs de juiste woorden en uitspraak gebruiken. Ze is daarbij geen pietje-precies en laat iedereen vrij om “zijn of haar eigen ding” erin te steken, vooral in de geschreven taal: “De geschreven taal is een uitvinding van de kolonisten. Ouma [Katrina] gaf aan om het te schrijven zoals je het begrijpt”, zei Du Plessis.

Toroxa Breda is ook iemand die strijdt voor het behoud van een inheemse taal. Bij zijn geboorte noemde zijn moeder hem Denver. Die was Khoikhoi, maar gaf hem een naam waarmee hij erbij zou horen. Hij groeide op in Kaapstad, sprak Afrikaans en was een ‘kleurling’ – een officiële raciale classificatie van de apartheid-regering als iemand van gemengde Europese en Afrikaanse afkomst. Gedurende tientallen jaren werden de Khoikhoi en San in deze classificatie ondergebracht – en werden ze er al te vaak ook door uitgewist.

“Als je in de Kaapse Vlakte bent opgegroeid met deze gekleurde identiteit, dan vraag ik me af wat dit betekent, met wie ik verbonden ben? Wat bindt me aan deze mensen, aan dit land, aan Afrika? Ik spreek alleen de taal van mijn voormalige kolonisten, wie ben ik dan?”

Breda zocht het antwoord op deze vraag voor zichzelf. Maar de taal en cultuur van de Khoikhoi is zo gemarginaliseerd dat het niet eenvoudig was om de gewenste informatie te vinden; soms kon hij zijn oorsprong alleen vinden door te zoeken naar koloniale labels als ‘hottentot’ en ‘bosjesman’.

Hij leerde zichzelf Khoekhoegowab. Het is een traag maar lonend proces. “Het is pas wanneer je de geluiden van je voorouders op je tong hoort, dat je voelt dat je ergens toe hoort en weet wat het is Afrikaan te zijn. Zolang mijn taal uit Europa kwam, Afrikaans en Engels, kon ik me nooit Afrikaan voelen.”

Hij kon zijn identiteit ook nooit verbinden met de naam die hij van zijn ouders had gekregen. “Ik besefte dat ik de naam moest dekoloniseren. Er was geen Denver in onze gemeenschap. Dat is een koloniale naam. Ik gaf mezelf de naam Toroxa. Dat betekent vechtende geest.”

||Hui !Gaeb (Khoekhoegowab voor Vermomd in de wolken)

Hoewel N|uu het risico loopt uit te sterven, zijn er nog steeds meer dan 200.000 mensen die Khoekhoegowab spreken – vooral in het zuiden van Namibië, waar het vaak Nama wordt genoemd. Dr Levi Namaseb, een professor linguïstiek, onderwijst al 35 jaar lang Khoekhoegowab aan de universiteit van Namibië.

Hij zegt dat het een opmerkelijke en unieke taal is: alleen in het Khoekhoegowab en zijn dialecten vind je de diverse kliks die als medeklinkers worden gebruikt. In andere talen komen die alleen in geleende vorm voor (de kliks in het Xhosa, bijvoorbeeld, komen uit het Khoekhoegowab). “Het is fascinerend hoe ver de mens kan gaan om communicatie tot stand te brengen.”

Uit het handboek Khoekhoegowab

Namaseb is van mening dat menselijke waardigheid en taal onoverkomelijk met elkaar verbonden zijn. “Je verliest je waardigheid wanneer je de taal van de vreemdeling spreekt”, zei hij. Hij vindt dat de overheid – zowel in Zuid-Afrika als Namibië – een veel actievere rol moet spelen in de bescherming van inheemse talen. “Je hebt de overheid nodig om onze taal neer te halen of te doen bloeien.”

De overheid van Zuid-Afrika let op. Voordat de president in de nationale vergadering zijn jaarlijkse toespraak houdt, wordt hij doorgaans voorgegaan door een imbongi – een dichter die de president looft, meestal in het Xhosa of Zoeloe. In 2019 brak Cyril Ramaphosa met die traditie en vroeg de nationale raad van de Khoi en San om een Khoekhoegowab-sprekende imbongi aan te stellen. De voorzitter van de raad nomineerde Bradley Van Sitters.

“Hij zei: maak ons trots, maak de natie trots”, herinnert Van Sitters zich. En dat deed hij. Die avond weerklonken oude Khoikhoi-gebeden in het parlemantsghebouw in Kaapstad, en Van Sitters kreeg een staande ovatie.

Van Sitters groeide op in Kaapstad en sprak Afrikaans. Maar naarmate hij meer over zijn afkomst leerde, voelde hij zich steeds meer vervreemd van zijn moedertaal. “Wanneer ik naar de Kaapse Vlakte ga en aan de mensen vraag welke taal ze spreken, zeggen ze dat ze Afrikaans spreken. Dan vraag ik hen: Noem je jezelf een Afrikaner? Ze zeggen nee, we zijn geen Afrikaners. Dat is interessant. We spreken de taal, maar we zijn volledig losgekoppeld van de daarmee verbonden identiteit.”

Hij slaagde erin zijn eigen identiteit te vinden door Khoekhoegowab te leren. Hij reisde naar Namibië, waar de taal aan de universiteit werd onderwezen – dr. Namaseb was zijn leerkracht – en hij richtte zich toen op zijn eigen onderzoek en energie om de taal te behouden. In Kaapstad richtte hij lessen in en moedigde iedereen die hij kende aan om over de stad te spreken met zijn naam in Khoikhoi: ||Hui !Gaeb, ofwel ‘vermomd in de wolken’.

Toen hij er met zijn moeder over sprak, vertelde ze dat ze zich kon herinneren dat haar grootmoeder onder een boom Khoikhoi sprak met andere ouderen, maar dat de jongere generaties de taal nooit leerden. Dit was de eerste keer dat hij iets hoorde over de Khoikhoi afkomst van zijn eigen familie. Door zijn taal opnieuw te ontdekken, ontdekte Van Sitters zijn identiteit opnieuw.

“Het talent van mensen, hun geheimen, hun mondelinge tradities, vermengen zich allemaal in de aard van de taal. Er zitten zo veel lagen in de taal zelf. Het is een intergenerationele waarheid die via taal wordt overgeleverd. We hebben die verbinding verloren door de slavernij en onderdrukking. Taal was mijn manier om die verbinding opnieuw te maken”, zei hij.

(bron: Mail & Guardian)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.