
Hoeveel uitdrukkingen ken je waar het woord Dutch in voorkomt?
Ongetwijfeld wel enkele: Dutch courage (dronkemansmoed) en to go dutch (de rekening delen) bijvoorbeeld.
Maar wist je dat er nog veel meer zijn? De Nederlandse taaljournalist Gaston Dorren heeft ze bijna allemaal verzameld in De Dutchionary, wat meteen een nieuwe term is met Dutch erin.
De Dutchionary begint met een razend interessante inleiding over de vele betekenissen van de term Dutch. Daarin lezen we ook dat de Nederlanders het aan de Vlamingen te danken hebben dat ze in Engeland Dutch werden genoemd, met name door de nauwe handelsrelaties tussen beide landen.
Vervolgens krijgen we het woordenboekgedeelte met meer dan 400 uitdrukkingen die Dutch bevatten. Als je die leest, dan kun je niet anders dan besluiten dat Nederlanders wel een hele slechte naam hebben. Het boek legt uit welke economische en demografische ontwikkelingen aan de oorsprong liggen daarvan.
Vergeet zeker de lijst met bronnen niet. Daar zitten diverse interessante publicaties bij.
Ik nam contact op met Gaston, want ik wilde hem toch wel enkele vragen stellen over zijn leuke publicatie:

1. Ik sta versteld van het aantal uitdrukkingen met Dutch. Stond je daar zelf ook versteld van?
Nou en of. Ik had er hoogstens enkele tientallen verwacht, niet rond de 500. Daarvan is weliswaar een flink deel in vergetelheid geraakt, maar ook het aantal actuele uitdrukkingen is groter dan ik gedacht had.
2. Wat vond je zelf de opmerkelijkste uitdrukking?
De vreemdste vond ik misschien wel ‘Dutchman’s razor’ voor ‘koeienvlaai’. Oorspronkelijk was het ‘cut your foot on a Dutchman’s razor’. Als je je echt snijdt aan een scheermes, heb je natuurlijk bloed aan je voet. Als je in een koeienvlaai stapt, heb je poep aan je voet. Die ongewenste stroperige substantie aan je voet, dat is dus de overeenkomst. Best vergezocht, maar in de VS zei men dat kennelijk zo, een eeuw geleden.
Verder vond ik het hoogst opmerkelijk dat er nog steeds nieuwe uitdrukkingen bij komen, zoals Dutch reach, Dutch roundabout… en natuurlijk Dutchionary. 😉
3. In de inleiding schrijf je dat Dutch ook ruim werd gebruikt voor iedereen die Nederlands of Duits sprak, zoals wij Vlamingen. Maar ik vond op het eerste zich geen enkele uitdrukking die van dicht of van ver iets met Vlaanderen te maken heeft. Wij moeten dus wel een heel braaf (of sterk genegeerd) volk zijn. 😉 Enig idee hoe dat komt?
Er zijn er in feite wel een paar die met Vlaanderen te maken hebben. De associatie tussen ‘onverstaanbaarheid’ en ‘Dutch’ (double Dutch, it’s all Dutch to me) is waarschijnlijk ontstaan in Londen aan het eind van de 16e eeuw, toen daar veel protestantse vluchtelingen uit de Nederlanden verbleven, onder wie een groot aantal Vlamingen. En het Dutch Quarter in Colchester dankt zijn naam aan protestantse vluchtelingen uit de zuidelijke Nederlanden. Verder is het woord ‘Dutch’ waarschijnlijk aan het Nederlands van Vlaanderen ontleend, in de late Middeleeuwen. En ten slotte maakten noch de Britten, noch de Amerikanen veel onderscheid tussen Noord- en Zuid-Nederlanders; ze werden eeuwenlang allemaal Dutch genoemd (en in Amerika waren we samen nog weer een genegeerde onderafdeling van de Duitsers). Van de Middeleeuwen tot 1830 behoorden Noord en Zuid natuurlijk ook beide tot de ‘Nederlanden’, al was dat meestentijds een geografische, geen staatkundige aanduiding.
Los daarvan: er zijn ook een paar Engelse negatieve slang-uitdrukkingen met Flemish. Een Flemish account was in het 18e– en 19e-eeuwse Groot-Brittannië een boekhouding die niet klopt. Het is ontleend aan ‘het graaiersimago van de handelaars uit de Lage Landen’, zoals een woordenboek toelicht – en dat waren natuurlijk de Vlamingen (lakenkooplieden e.d.) vóórdat het de Hollanders werden. Een Flemish compliment was 19e-eeuws Australisch Engels voor ‘verbal abuse’ – een scheldpartij, zeg maar. En begin 20e eeuw was ‘a Brussels’ in Groot-Brittannië een gevangenisstraf van drie maanden.
Waarom zo weinig? Tja, ik denk dat Vlaanderen dan wel België te weinig conflicten met de Engelstalige wereld heeft gehad om een grote plaats in haar vocabulaire te verwerven.
4. Ik heb uiteraard mijn eigen antwoord, maar waarom vind jij dat Vlamingen het boek moeten kopen en lezen?
Ik ben benieuwd naar jouw antwoord!
Mijn antwoord zou zijn: het boek getuigt enerzijds van de enorme taalcreativiteit der Engelstaligen – een vermogen waar ik juist Vlaamse auteurs vaak om bewonder –, anderzijds van de bekrompen vijandigheid bij de toenmalige Engelsen en Amerikanen als het om buurvolken en immigranten ging – een houding die in het huidige Nederland én Vlaanderen ook weer akelig wijdverbreid is. De creativiteit van al die anonieme woordscheppers behoort voor mij tot de charmes van het boek; aan hun evidente bekrompenheid kunnen we ons vermogen scherpen om zulke kleingeestigheid in onze tijd te herkennen en te vermijden. Op beide gronden is het boek hopelijk voor zowel Nederlanders als Vlamingen het lezen waard. Waarbij de Vlaamse lezer zich dan misschien af en toe ook nog een beetje verkneukelt – want laten we de traditie van plagerig nabuurschap niet helemaal ontkennen.
Waarom jij dan volgens mij dit boek moet kopen? Da’s eenvoudig. De Dutchionary is opnieuw een uiterst vermakelijk en ook geschiedkundig aangenaam boek van Gaston Dorren, die ondertussen een patent heeft op leuke, interessante taalboeken. Het zal regelmatig een glimlach op je gezicht toveren. En verder is het gewoon een onmisbaar boek voor elke taalliefhebber.
De Dutchionary telt 208 bladzijden, is uitgegeven bij Uitgeverij Pluim en kost € 19,99.
Disclaimer: De Taalfluisteraar heeft geen enkel financieel gewin bij het plaatsen van deze recensie en geeft louter zijn objectieve en oprechte mening over de besproken publicatie.
Mooie recensie. Ik heb de Dutchionary toegevoegd aan mijn verlanglijstje 🙂
LikeLike