Vorige week besprak ik de etymologie van diverse Europese munten, waarvan we de meeste missen sinds de invoering van de euro.
Maar ook buiten Europa zijn er munten met een interessante etymologie.
Waar de Amerikaanse dollar vandaan komt, bespraken we al eerder. Maar absoluut niet uit de VS.
Het Russische roebel betekent letterlijk ‘afhakken’. In de 14e eeuw werd in het Russische gebied betaling met baren zilver gebruikelijk. Om te passen werden daarvan naar gelang van behoefte stukken afgehakt. Ook stuiver en duit (denk aan ‘een duit in het zakje doen’) hebben dezelfde herkomst.
De peso komt in heel wat landen voor en betekent net als enkele Europese munten (pond, peseta, lire) ‘gewicht’. Hetzelfde geldt voor de Israëlische Shekel (van šāqal) en de Mozambikaanse metical (van het Arabisch miṯqāl).
In diverse landen verwijst de naam van de munt naar een vorm: soms gewoon naar het woord ‘vorm’, zoals de Indiase roepie; soms naar de ronde vorm, zoals de Japanse yen, de Chinese yuan en de Koreaanse won.
De Oezbeken noemen hun munt so’m of sum, wat zuiver betekent.
In Sao Tomé en Principe betalen ze met een dobra. Die naam is afkomstig van de oude Spaanse munt dubloen, wat op zijn beurt een vergrotingsvorm is van dobla, ofwel een munt met dubbel gewicht (dubbele escudo).
In Bolivië hebben ze hun munt, de bolivar, genoemd naar Simón Bolivar (1783-1830), de bevrijder van Spaans-Amerikaanse gebieden.
We eindigen onze reis in Vietnam, waar ze met đồng betalen. Het woord betekent koper, waarvan de munten oorspronkelijk waren gemaakt.