Voortaan laat de Taalfluisteraar ook andere taalliefhebbers aan het woord. Geen BV’s of BN’ers, maar mensen als jij en ik die echt iets interessants te vertellen hebben en dagelijks met veel liefde voor taal bezig zijn.
Vandaag trekken we naar het mooie Limburg bij Susanne.

Hey Susanne, vertel de lezers eens wie jij bent en wat je doet.
Ik ben Susanne en ik ben eigenlijk een Nederlandse in Vlaanderen. Ik werk als audiobeschrijver. Dat betekent dat ik kunst en cultuur toegankelijk maak voor mensen die blind of slechtziend zijn. Dat doe ik door te beschrijven wat iets is, van kunstwerken over een wandeling tot een film, en zelfs live evenementen.
Hoe zit audiodescriptie voor televisie in elkaar?
Er zijn twee stappen: het schrijven en timen van de tekst en vervolgens het inlezen van die tekst in de studio en de verdere montage. Wat ik doe, is die eerste stap. Dat begint bij het vooraf bekijken van een programma om te bepalen waar er stukjes zijn waar je informatie voor mensen kunt toevoegen en welke informatie nuttig is. Dat zijn altijd stukjes waarin niet gepraat wordt. We houden ook rekening met achtergrondgeluiden. Als je een deur hoort dichtslaan, dan hoeven we dat niet per se te vermelden. We vertellen wel wat mensen niet kunnen horen (en uiteraard ook niet zien).
Beginnende beschrijvers hebben vaak de neiging om alles te beschrijven, maar dan wordt het te druk. Maar je moet wel voldoende vertellen, want iemand die niet kan zien, moet wel weten wat er gebeurt.
Vervolgens gaat de tekst naar de studio waar hij wordt ingelezen. Maar dat doe ik zelf niet.
Wat ik me altijd heb afgevraagd, hebben ziende mensen ook iets aan zo’n audiodescriptie op televisie?
Daar wordt onderzoek naar gedaan, bijvoorbeeld bij kinderen met autisme. Zo benoemen we soms ook emoties en dat kan nuttig zijn.
Audiodescriptie kan ook interessant zijn omdat je een soort van hoorspel van vroeger krijgt. Je kunt het dan als een soort podcast gebruiken.
In Nederland doen ze dat met The Passion, een groot muzikaal paasverhaal, dat ook op de radio met audiodescriptie wordt uitgezonden.
En hoe kun je dan een kunstwerk beschrijven? Is dat niet ontzettend moeilijk?
Abstracte kunst is sowieso moeilijk, want we moeten objectief zijn en mogen geen invulling geven van of iets mooi of lelijk is. Maar als je alleen vertelt wat er te zien is, dan help je mensen niet echt.
Vorig jaar maakte ik nog een audiogids voor een museum waarin ook abstracte kunst werd beschreven. Daarvoor kon ik samenwerken met de gidsen van het museum omdat die precies wisten wat er over een werk kon worden verteld. Op die manier verkrijg je iets wat meerwaarde biedt voor iedereen.
Zo werd er van een vlak abstract schilderij een 3D-model gemaakt dat mensen konden aftasten om een beter beeld te krijgen van het werk. Maar ook dat was een interpretatie, want in het 3D-model zaten bepaalde vlakken bijvoorbeeld op de voorgrond terwijl je ze ook op het schilderij als op de achtergrond kunt interpreteren.
En wat dan met een schilderij zoals De totentrekkers of de spreekwoorden van Bruegel?
Je mag niet proberen om alles te beschrijven. We streven naar een maximum van drie minuten om een kunstwerk uit te leggen, maar hoe korter hoe beter. Bij een druk schilderij beschrijven we het dan eerder in algemene termen en halen hoogstens enkele voorbeelden aan.
Musea organiseren vaak ook gegidste rondleidingen voor blinden en slechtzienden en dan kun je wel veel langer bij zo’n schilderij stilstaan.
Hoe wordt iemand audiobeschrijver?
De meeste collega’s hebben een vertaalopleiding gevolgd en sinds een tiental jaar is het ook een deelvak in opleidingen. Maar dat vak alleen volstaat niet. De opleiding als vertaler helpt wel omdat je het als vertaler gewoon bent om iets te vertalen, zodat een ander het ook begrijpt. Dat is eigenlijk wat een audiobeschrijver ook doet.
Belangrijk is ook de objectieve kijk. Je mag jezelf niet op de voorgrond plaatsen, je bent geen extra acteur, je brengt louter informatie over.
Zijn er überhaupt veel audiobeschrijvers?
Nee, in het Nederlands zijn het er zeker niet meer dan twintig op dit moment, al groeit de markt wel omdat de verplichting om audiodescriptie aan te bieden groter wordt. Het is dus een opkomende markt.
Waar werk jij op dit moment aan?
Binnenkort wordt een nieuwe stadswandeling voor Gent gepubliceerd in het Nederlands en Engels waarvoor ik de audiodescriptie heb geschreven. Daarnaast zijn er enkele VRT-programma’s die de komende tijd op tv komen en die ik van audiodescriptie heb voorzien. Het werk is behoorlijk gevarieerd.
En hoe gaat het in zijn werk bij live evenementen?
Het hangt er wat van af hoe live het is. De audiodescriptie bij de Heilig Bloedprocessie in Brugge bijvoorbeeld was aanvankelijk volledig live en werd voorbereid op basis van programmaboekjes en info op de website. De dag zelf vertelde ik dan terwijl de groepen voorbij trokken wat er zoal te zien was. Maar sinds vorig jaar bestaat er een app waarop alle beschrijvingen op voorhand opgenomen zijn. Dus de processie is nog altijd live, maar de beschrijvingen zijn dat niet meer.

Een beter voorbeeld zijn de musicals van Studio 100. Enkele maanden geleden deed ik de audiodescriptie voor Vergeet Barbara, over de liedjes van Will Tura. Dan krijg ik het scenario van de acteurs en een video-opname die ik kan gebruiken om mijn eigen script uit te schrijven. En uiteraard ga ik ook zelf vooraf de voorstelling bekijken. Het probleem is dat zo’n musical nooit twee keer exact hetzelfde is, vooral omdat er veel humor in zit. Er is dus behoorlijk wat improvisatie. Daarom moet de audiodescriptie ook live gebeuren. Je hebt dan wel een script, je moet er altijd op voorbereid zijn dat iets anders kan lopen dan verwacht. Een audiobeschrijver moet dus ook soms improviseren.
Waar kunnen mensen jou volgen?
Ik post regelmatig over m’n werk op LinkedIn. Ik heb ook een informatieve website die louter over audiodescriptie gaat. Ten slotte heb ik een Nederlandse en Belgische site. In Nederland geef ik ook opleidingen en workshops.
Dankjewel, Susanne, voor de inkijk in deze boeiende wereld. Nog veel succes met alle toekomstige projecten.