Een internationaal team heeft een nieuwe databank gemaakt met de patronen van grammaticale variatie in meer dan 2400 talen.
Hoe ontstaat de structuur van talen? In een nieuwe studie meldt een internationaal team van onderzoekers dat de grammaticale structuur bijzonder flexibel is van de ene tot de andere taal en gevormd wordt door een gemeenschappelijke afstamming, beperkingen voor waarneming en gebruik, en taalcontact. Het onderzoek maakte gebruik van de Grambank, een databank met gegevens over grammaticale structuren van meer dan 2400 talen. Het project is een initiatief van de afdeling Taalkundige en culturele evolutie van het Max Planck Instituut voor evolutionaire antropologie in Leipzig, in samenwerking met een team van meer dan honderd taalkundigen van over heel de wereld.

Taalkundigen zijn al lang geïnteresseerd in taalvariatie. Wat zijn gemeenschappelijke of universele patronen in talen? Wat beperkt de mogelijke variatie tussen die talen? Grambank, ’s wereld grootste en meest uitgebreide databank van taalstructuren, biedt onderzoekers de mogelijkheid om enkele van die vragen te beantwoorden.
Grambank is het resultaat van een internationale samenwerking tussen de Max Planck instituten in Leipzig en Nijmegen, de nationale Australische universiteit, de universiteit van Auckland, de universiteit van Harvard, de universiteit van Yale, de universiteit van Turku, de universiteit van Kiel, de universiteit van Uppsala, SOAS, het documentatieprogramma voor bedreigde talen (Endangered Languages Documentation Programme) en meer dan honderd wetenschappers van over heel de wereld. Grambank behelst 215 verschillende taalfamilies en 101 geïsoleerde talen van alle bewoonde continenten. “Onze vragenlijst moest aanvankelijk talloze keren worden herzien om van toepassing te zijn op vele van de diverse oplossingen die talen hebben om grammaticale eigenschappen in te voeren”, zegt Hedvig Skirgård, die een groot deel van de invoer coördineerde en de hoofdauteur van het onderzoek is.
Beperkingen van variatie
Het team telde uiteindelijk 195 grammaticale eigenschappen, van woordvolgorde tot of een taal voornaamwoorden voor geslachten heeft. Zo hebben vele talen afzonderlijke voornaamwoorden voor ‘hij’ en ‘zij’ maar sommige hebben ook mannelijke en vrouwelijke versies van ‘ik’ of ‘jij’. De mogelijke ‘ontwerpruimte’ zou gigantisch zijn als grammaticale eigenschappen vrij konden variëren. Beperkingen op de variatie kunnen te maken hebben met cognitieve beginselen in het geheugen of leerproces, zodat sommige grammaticale structuren waarschijnlijker zijn dan andere. Beperkingen kunnen ook te maken hebben met historische ‘ongelukken’, zoals afkomstig zijn van een gemeenschappelijke taal of contact met andere talen.
De onderzoekers ontdekten dat de combinatie van grammaticale kenmerken veel flexibeler was dan de meeste theoretici aannamen. “Het staat talen vrij om sterk te variëren in kwantificeerbare manieren, maar niet zonder beperkingen”, legt Stephen Levinson uit. Hij is directeur emeritus van het Max Planck Instituut voor psycholinguïstiek in Nijmegen en een van de oprichters van het Grambank-project. “Een teken van de buitengewone diversiteit van de 2400 talen in onze databank is dat slechts vijf ervan op dezelfde locatie in de ontwerpruimte zitten (en dus dezelfde grammaticale eigenschappen delen).”
Talen tonen een grotere gelijkenis met andere talen waarmee ze een gemeenschappelijke voorouder delen dan met talen waarmee ze in contact staan. “Genealogie heeft doorgaans voorrang op geografie”, zegt Russell Gray, directeur van de afdeling Taalkundige en culturele evolutie en hoofdauteur van het onderzoek. “Toch, als processen van taalkundige evolutie en diversificatie opnieuw vanaf het begin zouden plaatsvinden, dan zouden we dicht uitkomen bij wat we nu hebben. Wegens de beperkingen van menselijke cognitie zijn er ook regelmatige patronen, ook al zijn er heel wat historische toevalligheden in de organisatie van grammaticale structuren.”
Bedreigde diversiteit
“De buitengewone diversiteit van talen is een van de grootste culturele talenten van de mensheid”, besluit Levinson. “Dit talent wordt bedreigd, vooral in enkele streken als Noord-Australië en delen van Zuid- en Noord-Amerika. Zonder aangehouden inspanningen om bedreigde talen te documenteren en nieuw leven in te blazen, zou ons taalkundig overzicht van de geschiedenis van de mens, de menselijke cognitie en cultuur behoorlijk fragmentarisch zijn.”
De Grambank-databank is een vrij toegankelijke uitgebreide bron die beheerd wordt door het Max Planck-genootschap. “De databank plaatst taalkunde op dezelfde hoogte als genetica, archeologie en antropologie op het vlak van kwantitatieve, grootschalige, toegankelijke gegevens”, zegt Gray. “Ik hoop dat we hiermee gemakkelijker de banden tussen taalkundige diversiteit en een breed kader van andere culturele en biologische kenmerken kunnen verkennen, van godsdienstige overtuigingen tot economisch gedrag, muziektradities en genetische afstammingslijnen. Deze koppelingen met andere aspecten van het menselijke gedrag maakt van Grambank een belangrijke bron, niet alleen voor taalkunde, maar in de multidisciplinaire poging om de menselijke diversiteit te begrijpen.”
(bron: persbericht Max Planck Instituut)