Toonindicatoren voor geschreven tekst

this user is... on Twitter: "this user uses tone indicators… "

Communiceren op het internet is niet zo eenvoudig, maar jongeren helpen ons nu een handje.

De geschreven taal is geen perfecte methode voor complexe communicatie, waarbij gezichtsuitdrukkingen, gebaren en stemtonen heel wat (onderliggende) betekenis aan de inhoud geven – tenminste voor wie ze kan lezen.

Woorden op zich bieden die niet. In een bekend onderzoek ontdekte Albert Mehrabian, een professor psychologie aan de universiteit van Los Angeles, dat mensen via gesproken woorden slechts een fractie van de betekenis van de spreker doorhebben. Het grootste deel van de betekenis wordt afgeleid uit lichaamstaal en stemtoon.

Hoe kunnen we in een omgeving met louter tekst er ooit zeker van zijn dat anderen begrijpen wat we bedoelen met ons online bericht? Met toonindicatoren.

Toonindicatoren zijn paralinguïstische betekenaars die gebruikt worden aan het einde van verklaringen, zodat lezers weten waar ze aan toe zijn.

Kort gezegd gaat het om afkortingen die de bedoeling en emotie van de schrijver weergeven. Zo kan iemand “/srs” gebruiken voor ‘serieus’. Voorlopig worden toonindicatoren hoofdzakelijk in het Engels gebruikt. De voorbeelden in deze tekst zijn dan ook échte, maar Engelstalige voorbeelden.

Een online tekst interpreteren kan behoorlijk frustrerend zijn, zeker voor mensen die neurodivergent zijn. Dat is een brede categorie die kan verwijzen naar mensen met diverse neurologische verschillen, zoals autisme en dyslexie. Sommige neurodivergente mensen zeggen dat ze de subtiele ondertonen in sarcasme of geflirt moeilijk kunnen ontcijferen. Zij zijn dan ook heel blij met toonindicatoren.

Toonindicatoren zijn op dit moment vooral populair bij jonge mensen op sociale media als Twitter en Tumblr, vooral bij die jongeren die erg in anime en K-pop (moderne Koreaanse popmuziek) geïnteresseerd zijn, en gevoelig zijn voor onderwerpen als geestelijke gezondheid en genderproblemen. Het is een milieu waarin inclusiviteit een grote rol speelt. Deze mensen gebruiken toonindicatoren omdat ze anderen willen helpen om betere online ervaringen te hebben.

In de voorbije weken hebben diverse gebruikers tientallen indicatoren gepubliceerd, zoals “/j = joking”, “/lh = lighthearted” en “/nsx = nonsexual intent”.

“Toonindicatoren worden letterlijk gebruikt om de toon aan te geven van wat je schrijft, aangezien schriftelijke communicatie moeilijker te begrijpen kan zijn door mensen die communicatieproblemen hebben of niet gewoon zijn aan hoe iemand online spreekt”, schreef Michael Guazzelli, een 21-jarige die zichzelf neurodivergent noemt, op Twitter. “Er zijn verschillende schrijfstijlen en als iemand jouw stijl niet gewoon is, dan maken toonindicatoren alles eenvoudiger omdat niemand zich hoeft af te vragen waarover je het hebt of wat je bedoelde met wat je schreef.”

Guys you need to use tone indicators ! : memes

“Stel dat je schrijft dat je een vriend haat. Dat is uiteraard niet waar maar kan wel door iemand fout worden begrepen. Om dat te vermijden plaats je er /j (joke) bij om aan te geven dat het eigenlijk een grap is. En als je echt je vrienschap met die persoon wilt beëindigen dan voeg je er /srs (serious) aan toe zodat mensen weten dat er iets aan de hand is en je niet aan het raaskallen bent.”

Michael legde verder uit dat indicatoren “meestal door neurodivergente mensen worden gebruikt”, maar ondertussen “hun weg hebben gevonden naar alle mensen die ze nuttig vinden om duidelijkheid te scheppen en mensen te helpen begrijpen wat ze bedoelen (wat wij geweldig vinden!).”

De huidige toonindicatoren gaan een stap verder dan pakweg de knipoog-emoji op het einde van een zin. Ze voegen een enge, concrete betekenis toe aan een verklaring, zodat er geen ruimte voor interpretatie is. Ze zijn niet subtiel en kunnen humor aangeven. (Denk aan een komiek die aan het publiek zegt “Ik maak maar een grapje” nadat hij iets grofs heeft gezegd.)

Toonindicatoren zien er dan wel niet mooi uit, ze kunnen onmogelijk fout worden geïnterpreteerd. In complexe gesprekken is dat heel wat.

Voor mensen die ze niet kennen, kunnen de in aantal toenemende toonindicatoren als een andere taal overkomen. En bij complex gebruik ervan kunnen ze zelfs als neerbuigend worden ervaren.

Maar uiteindelijk gaat het om oplossingen die mensen zelf bedenken om te kunnen communiceren met de nodige nuancering. En soms nemen platforms de gewoonten van gebruikers over. Zo citeerden gebruikers van Twitter jarenlang tweets van anderen om er dan hun eigen mening bij te geven. Pas na lange tijd is dit een functie geworden die Twitter aanbood.

Op fora als Reddit plaatsen posters al jarenlang “/s” aan het einde van een post om sarcasme aan te geven. Maar de geschiedenis van toonindicatie is veel ouder dan dat.

Irony mark full.svg

In haar boek “Eats, Shoots & Leaves: The Zero Tolerance Approach to Punctuation” beschrijft grammaticageschiedkundige Lynne Truss hoe de Britse drukker Henry Denham in 1575 een leesteken bedacht dat hij het “ironieteken” noemde, een gespiegeld vraagteken dat moest aangeven dat een vraag retorisch was. (Volgens Truss vond het echter geen ingang.)

Een eeuw later stelde de Angelicaanse geestelijke en filosoof John Wilkins in zijn “An Essay Towards a Real Character, and a Philosophical Language” uit 1668 voor om ironische zinnen aan te duiden met een omgekeerd uitroepteken. Maar ook dat teken sloeg niet aan, net als vele andere tekens die later werden voorgesteld.

Yeah, right - The Boston Globe

In 2010 publiceerde het bedrijf Sarcasm, Inc. uit Michigan de “SarcMark”, niets meer dan een punt binnenin een kronkel. De marketing errond vertelde dat dit “het officiële, gebruiksvriendelijke leesteken was om een sarcastische zin aan te duiden”. Het teken werd aanvankelijk voor minder dan twee euro als een lettertype verkocht, maar is nu gratis te verkrijgen als stickerpack voor iMessage.

In een post uit 2001 stelde blogger Tara Liloia voor om een tilde te gebruiken als teken van sarcasme.

Ze schreef: “Wat nog het dichtst bij een teken voor sarcasme aanleunt is de knipoogemoji, maar die is moeilijk professioneel te noemen. Je kunt geen officiële tekst schrijven met kleine, schattige ASCII-gezichtjes. Dat doe je gewoonweg niet. Maar niemand kan beweren dat sarcasme niet professioneel is. Als we kijken naar de hoeveelheid sarcasme op de werkvloer, dan is sarcasme op en top professioneel! Mijn oplossing is dan ook de tilde ~.”

Ook dat gebruik van de tilde haalde het niet, terwijl het gebruik van schattige emojigezichtjes zich wel wereldwijd verspreidde, zelfs bij bedrijfsleiders. Ze bestaan al bijna zolang als internetcommunicatie zelf. Het lachende gezichtje “:-)” wordt doorgaans toegeschreven aan een bericht uit 1982 van Scott E. Fahlman, een professor computerwetenschappen aan de universiteit van Carnegie Mellon, nadat er een misverstand was toen een collega op de proto-internetdienst ARPANET een droge grap maakte over kwik dat een liftschacht had besmet. Het gebruik van emoticons om de toon aan te geven verspreidde zich al snel buiten de campus.

Mogelijk kunnen toonindicatoren hun rol overnemen en nog duidelijker aangeven wat we met onze schriftelijke communicatie bedoelen. Het zou de kakofonie op sociale media minder kwetsend maken./srs

(bron: The New York Times)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.