Etymologie, de herkomst van woorden, vind ik een van de boeiendste takken van taalkunde. En niet in het minst omdat die je soms naar de vreemdste plekken op onze aarde en in de geschiedenis brengt.
Vandaag hebben we het over de windhond. Je kent ‘m wel, de hond die vooral bij de jacht wordt gebruikt wegens zijn snelheid en wendbaarheid.
Hoewel je tegenwoordig Afghaanse, Spaanse, Hongaarse, Ierse en Italiaanse windhonden hebt, kan geen van deze regio’s aanspraak maken op de herkomst van deze hond.
Die moeten we zoeken bij de Wenden of Venden, een van de vele West-Slavische volksstammen. Maar de naam Wenden is ook al voor hele andere volkeren gebruikt.
De Germanen gebruikten de term voor het volk dat afkomstig was uit Illyrië (de hele kuststrook van het vroegere Joegoslavië). Uit die streek komen ook de Dalmatiërs.
Voor de Scandinaviërs waren Wenden de bewoners van de zuidelijke kust van de Baltische Zee.
De Romeinen gebruikten de term dan weer voor de Slaven die ten westen van de rivier Oder leefden.
En zo kunnen we nog een tijdje verder gaan.
Windhond is eigenlijk een pleonasme. Het woord ‘wind’ (of beter ‘hwind’) is Oudgermaans voor… hond. Een windhond is dus eigenlijk een ‘hondhond’.
Dat soort dubbele namen vinden we overigens ook terug in andere dieren. Denk maar aan walvis (wal<whale = grote vis), damhert (dam<deer = hert) en muilezel (muil<mule = ezel).
Maar waarom een windhond nu naar die Wenden is vernoemd, dat vond ik jammer genoeg nergens.
Volgens etymologiebank.nl is die verklaring uit Wenden inmiddels achterhaald.
LikeLike