De naam ‘Canarische Eilanden’ en fluittalen

In deze zomerperiode zijn er heel wat landgenoten die hun vakantie doorbrengen op de Canarische Eilanden, een eilandengroep in de Atlantische Oceaan.

Vele mensen denken dat de Canarische Eilanden genoemd zijn naar de gelijknamige vogels, de kanaries, maar dat klopt niet.Het omgekeerde is wel waar. De vogelsoort is vernoemd naar de eilandengroep omdat ze daar in het wild voorkwamen (en nog steeds voorkomen).

Waar komt de naam dan wel vandaan? Daarvoor moeten we teruggrijpen naar het Latijn. De Latijnse naam is Canariae Insulae, wat zoveel betekent als de hondeneilanden. Maar vanwaar die honden? Er zijn drie mogelijke verklaringen: het feit dat er veel grote honden op Gran Canaria leefden, of het gaat eigenlijk om zeehonden die in de buurt leefden, of de naam verwijst naar honden die voor de oorspronkelijke bewoners van de eilandengroep, de Guanchen, heilige dieren waren.

Zo zouden de Guanchen er 3000 jaar hebben uitgezien.

Die oorspronkelijke bewoners spraken het Guanche. Veel weten we niet over die taal omdat het aantal schriftelijke bronnen te beperkt is. Maar op basis van wat er is, kunnen we vermoeden dat hun taal verwant was met de Berbertalen van Noord-Afrika.

Interessanter is hun gefloten taal, het Silbo. Het is een fluittaal, dus een gefloten versie van de spreektaal, waarmee op grote afstand met elkaar kan worden gecommuniceerd. Dit principe kun je op elke taal toepassen. We zouden dus ook van het Nederlands een gefloten versie kunnen maken. Het fluiten zelf vereist uiteraard heel wat oefening en kracht. Hoe je een taal moet fluiten, vind je in dit interessante artikel.

Toen de Spanjaarden in de zestiende eeuw op de eilanden kwamen werd de bestaande fluittaal verspaanst. Eind 20e eeuw werd het een verplicht schoolvak. Er zouden op dit moment zowat 22.000 ‘sprekers’ zijn.

De Guanche waren niet het enige volk met een fluittaal. Over de hele waren komen zo’n 70 fluittalen voor, uiteraard voornamelijk in regio’s waar de geografische omgeving de mondelinge communicatie bemoeilijkte. De fluittonen kunnen gemakkelijk enkele kilometers ver reiken. Maar ze dringen ook verder dan gewoon roepen door in dichte bossen zoals het Amazonewoud, waar jagers er gebruik van maakten om met elkaar te communiceren zonder de mogelijke prooi weg te jagen. Ten slotte is een fluittaal ook op zee nuttig: de Inuit-gemeenschappen van de Beringstraat floten opdrachten naar elkaar tijdens de jacht op walvissen.

Bekijken we ook even de oudste en meest gestructureerde van alle fluittalen.
In het zuidoosten van Griekenland, de streek van Antia, vind je een van de zeldzaamste en bedreigde fluittalen: het sfyria. Er zijn op dit moment nog zes (!) mensen die deze taal kunnen ‘spreken’. Vanwaar de taal komt, is onbekend. Sommigen speculeren dat ze kwam van Perzische soldaten die 2500 jaar geleden naar Antia vluchtten. Anderen geloven dan weer dat de taal in de Byzantijnse tijd werd ontwikkeld om te waarschuwen tegen gevaar van rivaliserende dorpen en binnenvallende piraten. Er wordt ook geloofd dat het oude Athene fluiters uit Antia in dienst nam om als wacht om de bergtoppen te staan zodat ze een op de hand zijnde aanval op het rijk konden melden.
Verrassend genoeg werd de taal pas in 1969 door de buitenwereld ontdekt, toen een vliegtuig in de bergen achter Antia neerstortte. Tijdens de zoektocht naar de vermiste piloot hoorden de reddingwerkers schaapherders onderling tonen produceren.

Ten slotte volgt hier een mooie, korte reportage over de fluittaal Silbo zodat je een idee hebt van hoe zo’n fluittaal klinkt en wordt gebruikt:

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.