Deze week won een eenvoudige straatveger uit Schaarbeek maar liefst 168 miljoen euro met Euromillions. Een gigantisch en vooral waanzinnig bedrag.
Loterijspelen, en bij uitbreiding gokken, zijn zo oud als de mens zelf.
De holbewoners deden al aan dobbelen. Van Caesar is bekend dat hij loterijspelen in Rome aanmoedigde. Ze hielpen immers de reparatie in de stad betalen. En zelfs van de grote Chinese Muur wordt gezegd dat die werd betaald met de opbrengst van loterijspelen.
Ook in de middeleeuwen maakten overheden gebruik van loterijen om geld in te zamelen. De ene keer werd het geld gebruikt om de verdediging van de stad te verbeteren, dan weer om armen en behoeftigen te helpen. En ook de bekende Amerikaanse universiteiten werden mede dankzij loterijgeld opgericht.
De kansen om de lotto te winnen zijn nochtans bijzonder klein. De kans op zes juiste nummers bij de Belgische loterij bedraagt één op meer dan 8 miljoen, bij de Nederlandse lotto is dat één op 10 miljoen, en bij Euromillions ten slotte, is de kans één op bijna 140 miljoen. Je hebt veel meer kans om door de bliksem te worden getroffen (één op 2 miljoen).
Loterij wordt ook vaak als marketingmiddel gebruikt. Maar dat kan al eens fout lopen.
In 2007 heeft een Amerikaanse autodealer in Roswell in New Mexico de ideale manier gevonden om zijn zaak beter bekend te maken bij het publiek. Hij laat vijftigduizend krasloten maken en biedt een hoofdprijs van duizend dollar.
Door een blunder bij de drukker blijkt elk lot een winnaar op te leveren. Talloze mensen bellen de autodealer op om te zeggen dat ze de hoofdprijs hebben gewonnen. Het is geen realistische of opzettelijke fout. Dus biedt het bedrijf iedere deelnemer een bon aan van vijf dollar die kan worden ingewisseld bij een bekende supermarkt. Dat kost een kwart miljoen dollar. Als het bedrijf alles zou uitbetalen zoals beloofd, zou het vijftig miljoen armer zijn.