
Met het hele gedoe rond het huidige coronavirus krijgen we weer te maken met de term patient zero of patiënt nul. Alleen al sinds maart kwam hij in zeven artikels op De Standaard voor.
Sinds de term per ongeluk in de jaren tachtig werd bedacht, is hij regelmatig maar ook misplaatst toegepast op de beheersing van de uitbraak van besmettelijke ziektes.
Begin maart tweette Steve Wozniak, medeoprichter van Apple, nog dat hij en zijn vrouw begin dit jaar de ziekte mogelijk de VS hadden binnengebracht en dus de patiënten nul waren. Later vertelde hij dat hij een grapje maakte.

In het Verenigd Koninkrijk gebruikte de Daily Mail dramatische taal en beschreef en de wanhopige jacht op de persoon die de dodelijke ziekte in het land had verspreid. The Mail on Sunday ging nog een stap verder en vroeg zich af of Michel Barnier, de hoofdonderhandelaar van de EU, het virus niet als patiënt nul naar number 10 had gebracht.
Patiënt nul is een term die goed in het oor ligt en in het rijtje van militaire uitdrukkingen uit de vorige eeuw past, zoals het uur nul (wanneer een actie van start gaat) en ground zero (het punt waaronder een bom ontploft). Het klinkt dus ook nog eens opwindend.
Maar behalve dat hij de aandacht trekt, levert de term vooral veel verwarring op. Hij is weinig precies en wordt daarom niet zo vaak door wetenschappers gebruikt. Want wat betekent de term?
Hij wordt voor drie verschillende scenario’s gebruikt: het eerste opgemerkte geval, het eerste geval hier en het eerste geval ooit. Door over ‘gevallen’ te spreken in plaats van ‘patiënten’, kunnen we specifieker zijn. Want zo kunnen we ook spreken over mensen die besmet en besmettelijk zijn maar geen officiële status van patiënt hebben.
In het geval van ‘eerste opgemerkte geval’ wordt doorgaans gesproken over het indexgeval; in het geval van ‘eerste geval hier’ gaat het om het primaire geval hier. Maar als het om ‘het eerste geval ooit’ gaat, grijpt men doorgaans toch weer terug naar patiënt nul omdat er geen alternatieve term bestaat (of is bedacht).

In tegenstelling tot wat films ons doen geloven, wordt deze persoon, het eerste menselijke geval bij een specifieke uitbraak, maar zelden gevonden. De patiënt die dan voor patiënt nul doorgaat, is doorgaans de persoon die als eerste een positief testresultaat kreeg.
Om verwarring te voorkomen, zouden we de échte patiënt nul het alfageval of uitwisselingsgeval kunnen noemen, waarbij alfa verwijst naar het absolute begin en uitwisseling naar het ogenblik waarop de ziekte van dier op mens is overgegaan.
Deze termen zijn alvast een pak duidelijker. Want met al zijn mogelijke betekenissen, is de term patiënt nul dus eigenlijk nietszeggend. En hij kan leiden tot gevaarlijke conclusies.

Begin vorige eeuw brak in New York een tyfuskoorts uit die zich onder de bevolking verspreidde. De autoriteiten besloten dat de Ierse kokkin Mary Mallon een ‘gezonde drager’ was: ze kon anderen besmetten maar ontwikkelde zelf geen symptomen. Toen later diverse infecties en twee doden werden getraceerd naar het ziekenhuis waar Mallon werkte, werd ze verbannen naar North Brother Island waar ze twintig jaar leefde tot aan haar dood in 1938.

Of denk maar aan het verhaal van Gaëtan Dugas, de Frans-Canadese steward die ten onrechte beschuldigd werd patiënt nul te zijn van de Noord-Amerikaanse aids-epidemie. Later bleek echter dat HIV al lang in de VS was binnengedrongen voordat er sprake kon zijn van Dugas. Maar hij was ondertussen zelfs door de New York Post als ‘de man die ons aids gaf’ genoemd. Hij overleefde zijn ziekte trouwens niet en stierf in 1984. Over dit geval is ook een film gemaakt.
De slotsom is dat journalisten de term patiënt nul beter vermijden. Ze zoeken beter preciezere termen of gebruiken deze die je eerder in dit artikel las.