Mensen zijn niet de enige wezens op deze planeet met een taal. Ook dieren hebben talen. Maar in tegenstelling tot bij de mens heeft het woordje taal een veel uitgebreidener betekenis.
Bij dierentaal gaat het om alle middelen die een dier gebruikt om iets mee te delen aan de wereld om hem heen. Dan hebben we het niet alleen over geluiden, maar ook over gebaren, mimiek, kleuren en ook geuren.
Hoe ontwikkeld die taal is, hangt van diverse factoren af. Zo is de taal veel minder ontwikkeld bij dieren die niet in groep leven. Sociaal ontwikkelde dieren hebben meestal een hoger communicatievermogen. Deze dieren kennen niet alleen signalen, maar ook symbolen en tekens waarvan de betekenis in onderlinge overeenstemming is bepaald.
Sommige hogere diersoorten, en dan vooral de primaten, kunnen wel veertig tot vijftig symbolen onderscheiden.
Er zijn dieren met heel goed ontwikkelde communicatiesystemen, zoals bijen, wespen en andere sociaal levende insecten. Maar die communicatiesystemen wijken sterk af van de menselijke. Zo communiceren bijen via dansen.
Kenmerkend voor de menselijke communicatie is dat mensen niet gebonden zijn aan een vastgelegde hoeveelheid tekens en betekenissen. Wij kunnen altijd nieuwe taalvormen maken en er nieuwe betekenissen aan geven.
Dierentaal is ook redelijk verschillend afhankelijk van de diersoort. Toch zijn er uitdrukkingsvormen die alle dieren verstaan, vooral die voor hevige emoties als angst, agressie, dreiging en seksuele opwinding.
Maar kunnen dieren ook praten zoals wij doen?
Neen. Ze kunnen ons wel nadoen (denk aan papegaaien) en doen alsof ze praten, maar van echt praten is pas sprake als ze ook weten wat ze met dat praten bedoelen. Zo zijn er voorbeelden van apen die mensen perfect konden napraten. Maar echt praten was dat niet.
Toch kunnen deze dieren wel goed vocalen leren. Mensen zijn daarin het beste, maar ook walvissen en dolfijnen zijn hier meester in. Maar de meeste dieren kunnen dit niet en produceren alleen de klanken die ze vanaf hun geboorte kennen: het loeien van koeien, het blaffen van honden en het miauwen van katten.
Hoe en wanneer de spraak van de mens zich heeft ontwikkeld, weten we niet. Zo weten we evenmin of onze aapachtige voorouders, zoals de Australopithecus of recentere soorten als Neandertalers konden spreken.
Maar dierentaal is minstens zo boeiend, als we tenminste het referentiekader van onze eigen spraak durven te verlaten.