“Dank je/u” is zeldzamer dan je denkt

Een van de eerste zaken die kleine kinderen leren en die we in een nieuwe taal leren, is ‘dank je’ of ‘dank u’ zeggen. Logisch ook, want iemand bedanken vinden we nu eenmaal belangrijk.

Je zou dan ook verwachten dat we die woorden regelmatig in de mond zouden nemen, maar dat blijkt nogal tegen te vallen. Volgens een recent onderzoek zeggen we ‘dank je’ veel minder dan we zelf denken.

Dat onderzoek leert ons dat mensen in informele omstandigheden nagenoeg altijd positief reageerden op een verzoek naar een voorwerp, dienst of hulp. Maar voor hun inspanningen krijgen ze maar zelden dankbetuigingen — slechts eens in de twintig keer.

Je zou kunnen denken dat dit van mensen behoorlijk barbaarse wezens maakt, maar volgens onderzoekers is dit lage cijfer net een goede zaak. Nick Enfield, die het onderzoeksteam leidde, zegt dat de mens immers werkt met wederzijdsheid: wanneer we mensen vragen om ons te helpen, is het standaard dat ze dat ook doen.

Het onderzoek besteedde de aandacht niet op specifieke zakelijke omgevingen. Het keek met verborgen camera naar losse dagelijkse interacties tussen mensen. Niet alleen ‘dank je’ of ‘dank u’ telden als dankbetuiging, ook zaken als ‘tof’, ‘super’ enz. werden meegerekend.

We vragen trouwens ook veel vaker hulp dan je zou denken: gemiddeld elke anderhalve minuut. En die krijgen we ook vaak: zeven keer meer wel dan niet. Maar wie hielp, werd niet alleen zelden bedankt, het werd ook niet verwacht. Wanneer er geen dankbetuiging kwam, werd er maar zelden een opmerking over gemaakt.

De tegenstelling die opvalt, is dat wanneer mensen niet helpen, ze doorgaans wel uitleggen waarom. Maar wanneer ze wel helpen, wordt daar geen reden voor gegeven. Dat bewijst dat samenwerking eerder de norm is.

Interessant is het feit dat het onderzoek niet alleen Engelstaligen maar ook andere talen onderzocht: Italiaans, Pools, Russisch, Lao, Cha’palaa (gesproken in Ecuador), Murrinhpatha (een inheemse taal in Australië) en Siwu (gesproken in Ghana).

Engels- en Italiaanstaligen bleken aanzienlijk vaker dank uit te drukken dan sprekers van de andere talen, al blijft het aantal laag: slechts in één van de zeven instanties waarin werd geholpen.

De onderzoekers wijten dit aan wat ze de sterke ‘culturele ideologie van beleefdheid’ in West-Europese culturen noemen. Dit betekent echter niet dat Engels- of Italiaanstaligen ook echt dankbaarder zijn.

“Dankbaarheid tonen en zich dankbaar voelen zijn niet hetzelfde”, zegt dr. Enfield.

Meer nog, heel veel talen hebben geen uitdrukking die overeenstemt met onze ‘dank je’. Dat geeft meteen aan hoe correct de makers van Game of Thrones zijn wanneer ze aangeven dat Dothraki geen woord heeft voor ‘dank je’:

Sommige talen gebruiken een ‘dank je’ uitsluitend voor uitzonderlijke ontvangen gunsten of hulp, zoals wanneer iemand je leven heeft gered. In andere talen kennen ze de uitdrukking wel maar wordt ze zelden gebruikt (bv. Chinees) en dan weer in andere (voornamelijk zuid-Aziatische) talen is het zeggen van ‘dank je’ niets minder dan een belediging.

Volgens Dr. Enfield toont het onderzoek aan dat er een groot verschil is tussen hoe we denken dat we taal gebruiken en hoe we dat in werkelijkheid doen. Maar het betekent uiteraard niet dat we kinderen niet langer moeten leren om ‘dank je’ te zeggen. En zo kom je in de bizarre situatie dat volwassenen enerzijds hun kinderen leren dank zeggen maar het zelf niet of nauwelijks doen.

(extract van een langer artikel in The New York Times)

One comment

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.