Europa is in de ban van genderneutraal taalgebruik. In Duitsland en Spanje verzinnen ze extra vormen voor mensen die zich noch man noch vrouw voelen. Zo pleit een Duitse professor ervoor om naast hij en zij ook ecs te gebruiken, een afkorting van het niet eens Duitse exit gender. Of om dat als achtervoegsel te gebruiken, dus geen Leser en Leserin maar Lesecs.
In Frankrijk gaat men nog een stuk verder.

Kan het nog gekker?
Uitgever Hatier heeft onlangs gekozen voor een écriture inclusive, een inclusieve schrijfwijze. Het komt erop neer dat puntjes, een point médian, worden toegevoegd waar er een geslachtsverschil kan zijn. “Beste vrienden” wordt zo “Chèr•e•s ami•e•s”.
Ik begrijp persoonlijk niet waarom mensen het zo onnodig ingewikkeld maken. Waarom willen mensen, ongeacht welk geslacht ze hebben en die er – terecht – bij willen horen, tegelijkertijd zo nadrukkelijk het verschil met anderen benadrukken? Mij lijkt het dat de bevolkingsgroepen die het meest over uitsluiting klagen net die groepen zijn die het hardst proberen om zich als ‘anders’ te laten erkennen.
Tot voor kort leverde het gewone taalgebruik voor de overgrote meerderheid van de mensen helemaal geen probleem op. Iedereen weet wat wordt bedoeld met “Elke student is verantwoordelijk voor zijn eigen studieboeken.”. Niemand stelt zich daar vragen bij. Zelfs geen kleine vraag. Maar een uiterst kleine groep mensen, gevolgd en mogelijk opgezweept door mensen en groeperingen die er politiek en ander gewin uit willen slaan, kan zich er niet meer in vinden. De geslachtsverschillen moeten kost wat kost worden benadrukt. Het is hun recht! Wat ze niet beseffen, is dat ze door al die taalkundige ingrepen niet inclusie maar wel exclusie promoten.

Eén woord voor alle geslachten. Pas dan heb je inclusie.
De taal is er voor ons en is een kwestie van afspraken. Waarom spreken we niet af dat het grondwoord zoals we dat in het woordenboek vinden – leraar, bakker, slager, ingenieur – op alle mogelijke geslachten slaat? Wie wil specificeren kan het dan over een mannelijke bakker, vrouwelijke bakker of welke soort bakker ook hebben.
Meteen zijn alle onderscheidende geslachtskenmerken bij bijvoorbeeld sollicitaties verdwenen. Geen onzinnig ‘m/v/x’ meer waarbij uiteindelijk bijna niemand weet waarop die ‘x’ precies slaat.
Op die manier zien we elkaar mogelijk ook opnieuw als wat we echt zijn: mensen. Gelijke mensen bovendien, zonder onderscheid van wat ook. Er zitten immers heel wat idioten in onze samenleving: mensen die andere mensen haten of verafschuwen wegens hun politieke overtuiging, de voetbalclub waarvoor ze supporteren of spelen, het feit dat ze gelovig zijn of net niet zijn, maar dus ook hun geslacht en seksuele voorkeur.
Als we bij ‘geslacht’ de verschillen wegnemen in plaats van ze te benadrukken, dan is er al één bron van haat minstens gedeeltelijk weggewerkt.
Maar misschien ontneem ik daarmee bepaalde politieke en maatschappelijke groeperingen een deel van hun bestaansreden. Want stel je voor, iedereen als gelijke zien en behandelen zonder onderscheid van hun geslacht, dat kan toch écht niet.