Afgelopen weekend speelde voetbalclub KAS Eupen voor het eerst sinds 2011 weer in eerste klasse. Samen met de club betekent dat ook een extra taal in eerste klasse, want Eupen ligt in de Oostkantons en daar spreken ze voornamelijk Duits.
Eerst wat geschiedenis. Na de Eerste Wereldoorlog kwamen de Oostkantons na ruim honderd jaar Duits-Pruisisch bewind in Belgische handen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebeurde het omgekeerde en werd de lokale bevolking verplicht om in het Duitse leger te dienen. Toen het gebied na de oorlog opnieuw bij België kwam werd dat de inwoners van het zwaar gehavende gebied door de Belgische overheid zwaar aangerekend. Dubbel oorlogsleed dus.
Toen de taalgrens in 1962 op vraag van de Franstaligen in ons land werd vastgelegd, werden de Oostkantons in twee gedeeld. Het gebied rond Eupen werd Duitstalig maar met faciliteiten voor de ca. 5% Franstaligen. Malmédy en omstreken werd Franstalig maar met faciliteiten voor de ca. 33% Duitstaligen.
Tussen de Voerstreek en de Oostkantons ligt ook een gebied waar het Platdiets of Geullands wordt gesproken, een Limburgs dialect dat niet zomaar tot het Nederlands of het Duits kan worden gerekend maar een overgang vormt naar het Ripuarisch, een Middelduits dialect dat als afzonderlijke taal wordt beschouwd.
Ten slotte bevond zich vlak aan de Oostkantons ooit ook een vierlandenpunt. Na de val van Napoleon konden Pruisen en de Nederlanden het niet eens worden over een gebied rond de gemeente Kelmis. Om uit de impasse te raken werd de onafhankelijke dwergstaat Moresnet opgericht, waarvan de burgemeester van Kelmis het staatshoofd was. Het was een belastingparadijs, er was geen dienstplicht, er waren lage invoerrechten en alcohol stoken was er legaal. Na nauwelijks 40 jaar was het aantal bewoners dan ook vertienvoudigd.
In het begin van de 20ste eeuw werd er opnieuw onderhandeld, maar een definitieve regeling kwam er pas na de Eerste Wereldoorlog. Het verdrag van Versailles uit 1919 bepaalde dat Moresnet samen met de Oostkantons bij België zou worden gevoegd, wat op 10 januari 1920 gebeurde. Het was aanvankelijk ook de bedoeling om van Moresnet de eerste Esperantostaat te maken, aangemoedigd door esperantist Wilhelm Molly. Moresnet zou dan Amikejo (vriendplaats) heten. Ook hier gooide de oorlog roet in het eten.