Het onderzoek naar de werking van menselijke hersenen is de voorbije jaren enorm toegenomen. Neurologen voerden onder andere enkele dubbelblinde onderzoeken uit. Dat betekent dat de proefpersoon noch de onderzoeker weet wie tot de experimentele groep behoort en wie tot de controlegroep. Zo kunnen ze de invloed van verwachtingen en handelswijzen uitsluiten.
Een dergelijk onderzoek leverde een verrassend resultaat op in verband met talenkennis. Eentalige mensen blijken vatbaarder te zijn voor dementie dan mensen die twee of meer talen spreken. Dat betekent niet dat meertaligen niet dement kunnen worden, maar het gebeurt gemiddeld op een latere leeftijd dan bij eentaligen.

Wie meer talen spreekt, heeft minder kans op (vroege) dementie.
De verklaring is dat een meertalige spreker voortdurend een keuze moet maken tussen de talen en dan de andere taal of talen onderdrukken. Die mentale activiteit zorgt ervoor dat bepaalde onderdelen van het brein zich beter ontwikkelen. Vooral de prefrontale kwab ziet er bij meertaligen anders uit: er zijn meer hersencellen en de neuronen communiceren beter met elkaar. Dat zorgt er op zijn beurt dan weer voor dat de hersenen over extra ruimte beschikken om kennis te verwerken. Het effect wordt groter naarmate je meer tussen de verschillende talen schakelt.
Belgen hebben dus het geluk in een meertalig land te leven, op voorwaarde dat ze de vreemde talen die ze kennen ook actief gebruiken. In de Verenigde Staten, waar de meeste mensen nog altijd eentalig zijn, wordt verwacht dat een op drie senioren dement zal worden.