
€ 27 euro op papier; € 20,99 digitaal
“De meeste Belgische familienamen zijn zeven eeuwen oud. En in sommige regio’s werden ze pas laat vastgelegd.” In zijn boek ” Geschiedenis van Franse familienamen“, postuum gepubliceerd bij éditions L’Harmattan, geeft Xavier Deniau, een Franse specialist in onomastiek (tak van de taalkunde die eigennamen bestudeert), een overzicht van de oorsprong van familienamen.
Het boek bespreekt tweeduizend jaar onomastisch erfgoed in Frankrijk. Maar het biedt ook een blik op België, Zwitserland en zelfs Franstalig Canada. En hoewel de auteur in de eerste plaats geïnteresseerd is in Franse familienamen, gaat hij, waar nodig, niet voorbij aan de dubbele Belgische taalkundige herkomst: Frans en Nederlands.
Van de Romeinse tijd tot het huidige België
Waar komen familienamen in België vandaan? Volgens Xavier Deniau namen sommige inwoners van het België van de Romeinse tijd de Romeinse manier van naamgeving over. De overgrote meerderheid van de bevolking had echter slechts één naam, aangevuld met die van de vader. “De komst van de Franken legde snel het gebruik van de enkele naam op. Tegelijkertijd werden Gallische en Romeinse namen verdrongen door Germaanse namen”, schrijft hij.
Vanaf de tiende eeuw groeit het repertoire aan namen niet meer. Geleidelijk aan raakten christelijke namen ingeburgerd. Het zijn namen van heiligen of martelaren die in het Oude en Nieuwe Testament worden vermeld.
“Als algemene regel geldt dat hoe kleiner het onomastische repertoire wordt, hoe meer er gebruik wordt gemaakt van bijnamen. In het stelsel van de enkele naam werden twee personen met dezelfde doopnaam geïdentificeerd aan de hand van de naam van de vader, de moeder of zelfs de grootouders. In Wallonië was er in de 10de eeuw een duidelijk overwicht van Germaanse namen, die toen een opmerkelijke verscheidenheid vertoonden. In de elfde en twaalfde eeuw nam hun aantal aanzienlijk af.”
Geografische verwijzingen
Omdat het aantal voornamen beperkt was en vele mensen dezelfde voornaam hadden, leidde dat tot verwarring. Daarom werd aan de naam van de persoon ook de naam van zijn woonplaats, afkomst, beroep of functie toegevoegd. De auteur geeft als voorbeeld de naam van schilder Jan van Eyck. “De schilder Jan Van Brugge, geboren rond 1366 in Eyck, en de schilder Jan van Eyck kunnen één en dezelfde persoon zijn”, zegt hij. “Hij zou afwisselend naar zijn woonplaats en geboorteplaats zijn genoemd.” Uit dit gebruik vloeien namen voort als (van) Brabant, De Flandre, maar ook Dardenne, Lardinois, Fagnard, Adnet Campinaire. Deze laatste verwijst naar natuurlijke streken.
Om een einde te maken aan de wanorde van de familienamen en aan de controle van de parochieregisters over de registratie daarvan, ontnam Maria Theresia van Oostenrijk de geestelijkheid het voorrecht om alleen de doop-, trouw- en begraafregisters bij te houden, en belastte zij de burgerlijke autoriteiten met het toezicht op de opstelling van de akten. De naleving van de spelling van namen werd in 1791 verplicht.
De beroepen in de schijnwerpers
Momenteel behoort een groot aantal familienamen in heel België tot hetzelfde taalgebied. Het gaat hoofdzakelijk om doopnamen die vaak voorkomen; namen gevormd uit een gewone plaatsnaam (zoals bois, bosch) en namen van de beroepen die in elk dorp essentieel zijn en er uitgeoefend worden, zoals bakker (Becker, FR: Boulanger), molenaar (Mulder, FR: Meunier), timmerman (FR: C(h)arpentier), wagenmaker (Raymacker, FR: Charron).
Het zijn namen met soms opmerkelijke regionale variaties. In Brabant werd soms een “s” toegevoegd aan het begin van deze familienamen, zoals Smulders of Swolfs.
De auteur heeft ook aandacht voor regionale onomastische kenmerken. Zo merkt hij op dat in de regio Luik de meest voorkomende familienamen Leclercq, Lejeune, Charlier, Maréchal, Gérard, Collard, Lambert, Bertrand en Léonard zijn. Maar ook Dubois, “de meest voorkomende familienaam in het arrondissement Nijvel en de Waalse gemeenten van de arrondissementen Leuven en Brussel”.
Regionale bijzonderheden
“De familienamen in Vlaanderen zijn sterk beïnvloed door de nabijgelegen Franse namen, maar in het noorden van het land heeft de Nederlandse onomastiek de typisch Belgische ‘ae’ in veel namen vervangen door de ‘aa’ die in Nederland al lang wordt gebruikt.”
Wat de meest voorkomende familienamen in België betreft, plaatst Xavier Deniau Janssens, Desmet, Devos en Dubois bovenaan de lijst. In Frankrijk zijn dat Martin, Bernard, Durand en Dubois. Namen die, in tegenstelling tot andere die waarschijnlijk zullen verdwijnen, steeds vaker voorkomen. De auteur schat dat in 2180 één op de 150 Fransen de familienaam Martin zal hebben…
(bron: dailyscience.be)