Een groot deel van de wereld viert vandaag kerst. Vele mensen – en zeker de media – denken dat dit feest de exclusieve eigendom is van het christendom, maar niets is minder waar.
De christenen hadden de gewoonte om bestaande feesten en gebruiken te behouden en er extra christelijke rituelen aan vast te binden. Kerst valt op 25 december omdat het de geboortedag is van de Romeinse god Mithras, die eigenlijk overeenstemt met de oud-Perzische god Mithra. Niemand weet op welke dag Jezus precies is geboren. Volgens de islam was het tijdens de zomer, de getuigen van Jehova houden het op 1 oktober.
Lang voordat de christelijke kerst werd gevierd, vierden onze contreien het Joelfeest. Dat woord vinden we onder meer terug in een van de Engelse woorden voor het kerstfeest: Yuletide.
Het Joelfeest was het heidense feest van het licht, een feest dat al uit de steentijd afstamt toen er nog geen kalender was. Zo is de Ierse begraafplaats in Newgrange omringd door megalithische stenen die op de astronomische positie van de winterzonnewende staan. De stenen dateren uit 3200 vóór onze tijdrekening, vijfhonderd jaar vóór de piramiden van Gizeh en duizend jaar vóór Stonehenge.
Het Joelfeest duurde twaalf dagen waarvan 21 december, de winterzonnewende, de belangrijkste was.
Joel en Yule zijn afkomstig van het Oudnoorse jōl. Dat woord betekent ‘wiel’ en verwijst naar het ogenblik waarop het wiel van het jaar op zijn laagste punt staat, klaar om opnieuw te stijgen. Dit vinden we ook in het Slavische koročun terug. De mythologische verhalen hierover van diverse volkeren zijn overigens boeiend om te lezen.
Het was een feest waarop iedereen blij was dat de dagen voortaan opnieuw langer zouden worden. Vandaar ook het Engelse afgeleide woord jolly (via het Franse jolif) en het Nederlandse jolijt.
Ik wens u dan ook een bijzonder jolig joelfeest!