Tijdens een opgraving in Turkije werd een nieuwe Indo-Europese taal ontdekt. Professor Daniel Schwemer, een expert in het Nabije Oosten uit Würzburg, is betrokken bij het onderzoek naar de ontdekking.
De nieuwe taal werd ontdekt in Boğazköy-Hattusha, werelderfgoed van UNESCO in noord-centraal-Turkije. Dat was ooit de hoofdstad van het rijk der Hittieten, een van de grootmachten in West-Azië tijdens de late bronstijd (1650 tot 1200 vóór onze tijdrekening).
Het Duitse archeologische instituut graaft al meer dan honderd jaar in Boğazköy-Hattusha. Sinds 1986 is de locatie werelderfgoed van UNESCO. Tot dusver werden bijna 30.000 kleitabletten met spijkerschrift gevonden. Deze tabletten geven veel informatie over de geschiedenis, maatschappij, economie en godsdienstige tradities van de Hittieten en hun buren.
Jaarlijks worden er nog zaken met spijkerschrift gevonden. De meeste teksten zijn geschreven in het Hittitisch, de oudst overgeleverde Indo-Europese taal en de belangrijkste taal op de locatie. De opgravingen van 2023 hielden echter een verrassing in. In een Hittitische tekst over een cultus zit een stuk tekst in een tot dusver onbekende taal.
Hittieten waren geïnteresseerd in vreemde talen
Professor Daniel Schwemer, hoofd van de leerstoel Studies van het Nabije Oosten aan de Julius-Maximilians-universiteit (JMU) van Würzburg in Duitsland, bestudeert de spijkerschriftvondsten uit de opgraving. Hij meldt dat de tekst van de Hittieten naar de nieuwe taal verwijst als de taal van het land Kalašma. Dit is een gebied aan de noordwestelijke rand van het Hittitische kerngebied, mogelijk rond het huidige Bolu of Gerede.
De ontdekking van een andere taal in de opgravingen in Boğazköy-Hattusha is niet geheel onverwacht. Daniel Schwemer legt uit: “De Hittieten waren sterk geïnteresseerd in het schrijven van vreemde talen.”
Zulke teksten, geschreven door klerken van de Hittitische koning, hebben het over diverse Anatolische, Syrische en Mesopotamische tradities en taalkundige omgevingen. Ze geven een waardevolle inkijk in het weinig bekende taalkundige landschap van Anatolië in de late bronstijd, waar niet alleen Hittitisch werd gesproken. De spijkerschriftteksten uit Boğazköy-Hattusha bevatten ook fragmenten in het Luwisch en Palaïsch, twee andere Anatolisch-Indo-Europese talen die nauw verwant zijn aan het Hittitisch, maar ook aan Hattisch, een niet-Indo-Europese taal. Nu kan de taal van Kalašma hieraan worden toegevoegd.
Nauwkeuriger classificatie van nieuwe taal bezig
Omdat de taal van Kalašma een nieuwe taal is, begrijpen we er zo goed als niets van. Professor Elisabeth Rieken (Philipps-universiteit van Marburg), een collega van Daniel Schwemer en specialist in oude Anatolische talen, heeft bevestigd dat de taal hoort bij de familie van de Anatolisch-Indo-Europese talen.
Volgens Rieken werd de taal weliswaar gebruikt niet ver van het gebied waar Palaïsch werd gesproken, ze deelt echter meer kenmerken met Luwisch. Verder onderzoek moet uitwijzen hoe nauw verwant Kalašma is met de andere Luwische dialecten van Anatolië in de late bronstijd.
(bron: Universiteit van Würzburg)