Al eeuwenlang en in alle talen wordt met taal gespeeld. Daarbij worden op een speelse manier de uiterste grenzen van de taalsystematiek verkend.
Deze vorm van taalkunde heeft ook een naam: recreationele taalkunde.
Enkele voorbeelden:
+ het maken van woorden met een zo groot mogelijke opeenstapeling van klinkers of medeklinkers
+ het schrijven van teksten waarin alleen bepaalde letters zijn toegelaten of waarin één letter is uitgesloten
+ het opeenstapelen van woorden of woordsoorten
Een van de beroemdste recreationele linguïsten is de Engelse wiskundige Charles Ludwig Dodgson, die we beter kennen als Lewis Carrol.
Uiteraard kennen we recreationele taalkunde ook in het Nederlands. Die heeft zelfs geleid tot een variant van het Nederlands die Opperlan(d)s wordt genoemd.
In 1981 stelde Hugo Brandt Corstius het handboek voor de Opperlandicus op. Hij noemde het Opperland Nederlands zonder het akelige nut dat aan die taal nu eenmaal kleeft.
Concreet komt het erop neer dat taal dient om van te genieten en daarbij wordt gebruikgemaakt van een groot aantal middelen: het stapelen van medeklinkers (borsjtsjschranser), het stapelen van klinkers (papegaaieieren), lettergreepstapeling (hottentottententententoonstelling), werkwoordstapeling (zo veel mogelijk werkwoorden na elkaar), homografen (een woord met meerdere lettergrepen dat met verschillende klemtoon kan worden uitgesproken en daardoor een verschillende betekenis krijgt, zoals bedelen), anagrammen, lipgrammen, pangrammen en veel en veel meer.
Wie graag de volledige Opperlandse taal- en letterkunde leest, kan hier terecht.

Amusante literatuur!
Leuke tekst. Ik moet wel oefenen op de uitspraak van deze woorden. Ik mis helaas
verlan. Dat is voor mij ook spelen met taal; lettergrepen omkeren (l’envers) dus. Blijf vooral chébran-branché, maar zo af en toe wil ik toch wel laisser béton / laisser tomber. Als ik dat kan doen zit ik minder vaak in de de wachtkamer van de bitoub / toubib. Maar nu even serieus: met verlan zijn agenten en ambtenaren misschien ook wel minder vaak ripoux / pouris (corrupt).
In het Nederlands vind ik de eindeloze mogelijkheden van samenstellingen keileuk. Waarom het een kei moet zijn weet ik niet goed, maar iedereen begrijpt het. Net als oliedom, oersterk. Manlief vult nog aan ‘ladderzat’ Andere samenstellingen zijn mooie metaforen: pijlsnel, botergeel, grasgroen en kurkdroog. Op school hadden we een lijst van zulke doodgewone poësie.
LikeLike